zaterdag 9 december 2023

7 oktober 2023

Ik kan niet geloven dat er al 2 maanden voorbij zijn gegaan sinds 7 oktober. Dat in 2 maanden het leven van totale chaos, angst en onzekerheid is neergedwarreld en er weer ruimte is voor muziek, blijdschap, rust en regelmaat. Mijn plan voor zaterdagochtend 7 oktober was dat ik mijn laatste knipje in mijn kaart voor het zwembad in Shoresh zou maken, de laatste dag dat het openluchtzwembad open was tot de lente weer komt. Het seizoen afsluiten met een uur in het water onder de blauwe lucht terwijl de meeste mensen nog liggen te slapen of net wakker worden. Ik was eigenlijk al wat te laat opgestaan maar wilde toch gaan - dat ik die laatste 60 shekel niet zou verliezen :) - en sowieso, een uur zwemmen in de open lucht zorgt ervoor dat ik een boost van energie en positiviteit krijg. Die punten zocht ik in een leven waar ik niet meer tevreden was met waar ik woonde, de mensen in het land en waar de regering het land naartoe stuurde. Ik voelde me gevangen, ook in mezelf, dat ik mezelf er niet toe kon brengen om een nieuwe woon- en werplek te zoeken en dat ik mij mee liet slepen in negatieve gedachten. De ochtend van 7 oktober zorgde ervoor dat dat in een keer aan de kant werd geveegd. Ik krijg een bericjte van een Nederlandse vriendin die bij mij in de buurt woont, "Het is weer een zooitje. Raketten, ik zit bij de tv. Hoor je de boemen?" Die hoor ik inderdaad. Ver weg, maar ik hoor ze. Ik ga door met mijn voorbereidingen om naar het zwembad te gaan, want dit zal zo wel weer overgaan en de raketten worden toch niet richting Jeruzalem gestuurd, zoals altijd. Zoals bijna altijd, want soms komen ze deze kant op. En ze komen deze kant op. Rond 9 uur beginnen de luchtalarmen ook hier af te gaan. Vanaf het moment dat het luchtalarm afgaat heb je een bepaalde tijd waarin je naar de veilige ruimte moet gaan. Des te dichter je bij de plek van afvuren zit, des te minder tijd heb je om naar de veilige ruimte te gaan. Voor raketten die vanuit Gaza worden afgevuurd, hebben we ongeveer anderhalve minuut. Mensen die in het gebied rondom Gaza wonen hebben 15 seconden. Als je buiten bent en er geen veilige ruimte in de buurt is, ga je op de grond liggen met je armen over je hoofd. Ook als je in de auto of bus zit, stap je uit en ga je op de grond liggen. In ons huis en gebouw is geen speciale ruimte die is gebouwd en tegen raketinvallen beschermt. Vanaf 1992 wordt er in elk huis een veilige kamer gebouwd, ons gebouw is daarvoor gebouwd en daarom is onze veilige ruimte het trappenhuis, waar we een paar verdiepingen naar beneden gaan, wat verder bij het dak vandaan. 

Ik heb inmiddels het nieuws aangezet om te zien wat er nou eigenlijk aan de hand is. En daar begint zich langzaamaan te ontvouwen wat er gebeurt: Hamasstrijders en Gazaanse burgers zijn door het beveiligingshek gebroken met, zo blijkt pas minstens een week later, duizenden tegelijk. Met auto's, motoren, te voet, met paramotors en ook via de zee. Met wapens, raketten tegen tanks, machinegeweren, handgranaten en schietende drones. En met instructies om zoveel mogelijk burgers te vermoorden en te kidnappen, schade aan te richten en spullen te stelen. Niet alleen dat, maar ook om dit op zo'n manier te doen dat er zoveel mogelijk angst en pijn wordt veroorzaakt, niet alleen bij de slachtoffers, maar ook voor wie kijkt naar de beelden en de verhalen hoort. Veel wordt live gefilmd door de terroristen zelf,  velen hadden een body cam of Go-Pro camera waarmee ze alles filmden en veel daarvan daarna online publiceerden, via Telegram, gestreamd via facebook accounts of live via een videogesprek met een familielid van de mensen die op dat moment worden gemarteld, verkracht of vermoord.

Op de verschillende nieuwszenders is van al deze beelden niets te zien. Via een van de verslaggevers horen we dat er een enorme dissonance is tussen wat er op het nieuws wordt getoond en wat er op de sociale media voorbij komt. Dit wordt met opzet gedaan. Screeners bij de nieuwszenders kijken welk nieuwsmateriaal er binnenkomt en daarna wordt geselecteerd wat er op het nieuws wordt getoond. De beelden waarmee de sociale media wordt overspoeld zijn te gruwelijk om op tv te tonen en het hele land is ook zonder de beelden al totaal overspoeld door angst en ongeloof. Ook is het duidelijk dat het leger en de overheid net als elke burger totaal verrast zijn, want urenlang is er geen zichtbare actie van het leger of reactie van de overheid. Behalve dan: het is oorlog. Ja, dat hadden we zelf ook al ontdekt. Veel later, bij het vrijkomen van verhalen van mensen die in het oorlogsgebied zelf woonden of er juist naartoe gingen om te helpen, blijkt dat er vrij snel speciale troepen van het leger actief zijn om de terroristen uit te schakelen, maar veel soldaten gingen ook vanuit zichzelf, met of zonder versterking. Om te kunnen helpen waar ze konden om de burgers te beschermen. 

Het beveiligingshek tussen Gaza en Israel wordt door camera's en sensoren bewaakt. Het is geen hermetisch afgesloten hek, er zijn overgangsplekken waar onder andere dagarbeiders vanuit Gaza door heen en weer gaan. Op zaterdagochtend 7 oktober werd in Gaza besloten de aanval nu in te zetten, een inval waar ze al minstens een jaar voor aan het oefenen waren en waar Israel ook van op de hoogte was maar zich niet door bedreigd voelde. Het hek, de beveilingssystemen en het leger rondom de afscheiding zouden ons beschermen. Op die zaterdagochtend werden de beveiligingssystemen op en rondom het beveilingshek uitgeschakeld, waardoor er geen waarschuwingen naar de soldaten werden gestuurd dat het hek werd doorbroken. Deze soldaten zijn meisjes, wiens taak het is op controleposten naar de beveiligingscamera's te kijken en aan te geven wanneer er een signaal wordt gestuurd dat er activiteit is rond het hek. Hamasstrijders en burgers konden zo het hek doorbreken en de legerbases, kiboetsen en steden rondom Gaza werden binnengevallen.

Het was die ochtend een feestdag in Israel: Simchat Tora of Vreugde der Wet, waarop de Tora, de eerste 5 boeken van de Joodse bijbel, wordt gevierd. Deze feestdag wordt direct na Soekot, Loofhuttenfeest gevierd. Bovendien was het een zaterdag, een dag van rust, zoals de zondag in Nederland en de dag waarop het 50 jaar was geleden dat de Yom Kipoer oorlog begon. Ook die dag 50 jaar geleden, waren veel Israelische soldaten met verlof. Dat zorgde ervoor dat het leger nog erger verrast werd en het lang duurde voor er gecoordineerd actie werd ondernomen. Op die dag was het een totale chaos en het leek of het land overspoeld werd door terroristen die vermoorden, verbranden, verkrachten en plunderen, zonder dat iemand ingreep. Dat was mijn gevoel nog steeds tijdens de eerste dagen daarna. Ik durfde de deur niet uit en zelfs als ik mijn hoofd over de rand van het balkon stak als ik geluid hoorde beneden, was ik bang dat er beneden iemand zou staan die een kogel door mijn hoofd zou schieten. En ik bevond me niet eens in het gebied waar de terroristen rondliepen. 

Ik ben iemand die geen nieuws kijkt, omdat ik mijn hoofd liever met andere dingen vul, maar die dag en de dagen daarna kon ik mezelf niet niet van het scherm losmaken. Zelfs naar de keuken gaan of naar de wc voelde alsof ik iets cruciaals had gemist in de tijd dat ik niet het nieuws volgde, alles om maar een soort van grip op de realiteit te krijgen en te weten waar er wat gebeurde. In Israel en de Palestijnse gebieden wonen Palestijnen, Joden en alles wat daar tussen zit, door elkaar. Of beter gezegd, naast elkaar, in het geval van de Palestijnse gebieden soms gescheiden door een hek of afscheidingsmuur, maar in het grootste gedeelte van Israel dorp naast dorp, stad naast stad. Er zijn een paar dorpen en steden waar Palestijnen, Joden en alles wat daar niet toe behoort, gemengd wonen of in verschillende wijken naast elkaar, zoald Lod, Ramle of Jeruzalem. Er zijn ook geen gemengde scholen, op een paar uitzonderingen na. Palestijnen, Joden en wie daar niet toe behoort sturen hun kinderen naar een Palestijnse, Joodse of soms Christelijke school. Pas op de universiteit of hogeschool komen alle groepen samen. Gemengde vriendschappen komen ook bijna niet voor, laat staan een relatie of trouwen en kinderen krijgen. Naast het dorp waar ik woon, Mevasseret Zion, vlakbij Jeruzalem, zijn de buurdorpen Palestijns: Abu Gosh en Eejn Nekuba en Eejn Raffa. Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen probleem heb om in Abu Gosh rond te rijden en lopen, naar  winkels te gaan en met mensen te praten, maar dat ik nog nooit in Eejn Nekuba en Eejn Raffa ben geweest, ik heb er alleen omheen gewandeld. Waarom? Omdat toen ik hier net kwam een vriendin die hier is opgegroeid, zei: in Abu Gosh wonen vriendelijke Palestijnen die samen willen leven met Joden, in Eejn Nekuba en Eejn Raffa wonen vijandige Palestijnen. Ik hoor van vrienden die wel in de twee dorpen zijn geweest die ik als "no go zone" beschouw, dat het leuke plekken zijn, de mensen zijn vriendelijk en het eten is lekker. Er is bij mij dus angst die nergens anders op is gebasseerd dan iets wat een vriendin ooit heeft gezegd. En zo wonen heel veel mensen hier, met angst voor andere mensen. En die bestaande angst zorgde ervoor dat op 7 oktober, toen Hamasstrijders en Gazaanse burgers Israel moordend, verminkend, verbrandend, verkrachtend en gijzelaars nemend introkken, iedereen bang was dat dit nu ook hun lot zou worden, vooral omdat er ook ontzettend veel Gazaanse burgers meededen. Dit was geen oorlog van een leger, maar van een bevolkingsgroep. Ik dacht dat als Palestijnse burgers uit Gaza  hier aan mee doen, ook de Palestijnse burgers die in de dorpen om ons heen wonen, hier aan mee zouden doen. Dat dat uiteindelijk niet gebeurd is, zegt iets in het voordeel van Palestijnen in Israel en de Palestijnse gebieden. Die zaterdag, waarop het hele land op zijn gat lag, op zijn kwetsbaarst was en er niet in slaagde zich te verdedigen, was het allerbeste moment om toe te slaan en eindelijk die verrekte Joodse staat omver te werpen en er een Palestijnse staat van te maken.

Die angst voor een Palestijnse aanval in het hele land was er de eerste paar weken: wie kun je vertrouwen? Wat denkt de Palestijnse kassamedewerkster? Is ze blij met wat er op 7 oktober is gebeurd of vindt ze het verschrikkelijk? Ik probeerde en probeer het nog steeds, om tijdens mijn interactie met een Palestijn erachter te komen wat hij eigenlijk denkt, aan welke kant staat hij? Aan de kant van samen willen leven, de ander in zijn waarde laten en als mens beschouwen met gevoelens en waarden die met die van hem overeenkomen, hoe moeilijk dat samenleven soms dan ook is? Of aan de kant van een radicaal fundamentalistische terrorostische organisatie die dood en verderf willen voor Israel en haar burgers en al moordend, verbrandend, verkrachtend, verminkend en plunderend rondraast. Maar dat weet je niet, want je vraagt er niet naar. Dit onderwerp snijd je niet makkelijk met een Palestijn aan. Ook ik vind het moeilijk om contact te hebben met mijn Palestijnse vriendin, die ik al jaren ken, we komen bij elkaar over de vloer, eten samen, gaan samen op uitstapjes en werken samen. Ongeveer een week na 7 oktober durfde ik eindelijk een berichtje te sturen, om te kijken hoe het met haar was en om te scannen hoe zij over de situatie dacht. En eerlijk gezegd vond ik het raar dat zij nog geen contact met mij had gezocht. Ik vind het moeilijk om aan te geven waarom, maar ik denk vooral omdat zij tot de bevolkingsgroep behoort die deze afslachting uitvoerde. Ze vond het verschrikkelijk wat er op 7 oktober was gebeurd maar zei in 1 adem dat het ook verschrikkelijk is wat er in Gaza gebeurt. En dat wilde ik eigenlijk niet horen. Want het kan me helemaal niks schelen wat er nu in Gaza gebeurt. Ik wil alleen maar erkenning voor wat er in Israel is gebeurd. Ik kan me niet anders indenken dat na alles wat er op 7 oktober is aangericht, ook door Gazaanse burgers, dat Gaza inclusief burgers platgegooid moet worden. Ik denk niet dat er ook maar 1 Gazaan is die nog sympathie voor Israel op kan brengen nu ze als ratten in de val zitten en alles vernield wordt en dat betekent voor mij dat elke Gazaan aan de kant van Hamas staat en dood aan Israel en haar burgers wil. Dat betekent dood aan mij, mijn kinderen en de mensen die ik hier lief heb. En dat ga ik niet laten gebeuren. Ik ben wel klaar met het mij inleven in hoe moeilijk de Palestijnen het hebben. Ik weet dat Israel geen lieverdje is, dat er veel foute dingen gebeuren en dat er net als Palestijnse fundamentalistische terroristen ook Joodse varianten rondlopen die wat mij betreft net zo slecht zijn en mogen oprotten met hun extremistische, dood aan de Palestijnen en dit land is van ons en jullie moeten oprotten standpunten, maar fuck it, de Palestijnen maken het ook wel erg moeilijk met zelfmoordaanslagen, het neersteken en neerschieten van burgers, politiemensen en soldaten. Er staat niet voor niks een muur met checkpoints op sommige plekken van waaruit de plegers van aanslagen komen. Wat is een juiste manier om mensen die slecht willen tegen te houden? Heeft de aanval van Hamas, de terroristische organisatie, ervoor gezorgd dat ik nu ook extremistisch en radicaal ben geworden en geen erkenning heb voor gevoelens en levens van Gazanen en degenen die de aanval van Hamas steunen? Dit filmpje geeft uitleg over Gaza, hoe het is ontstaan, wie er de macht had en heeft en hoe een gedeelte van bevolking denk over leven in Gaza. Het geeft me wat hoop. Mosab Hassan Yousef, zoon van een van de mede-oprichters van Hamas, vertelt over Hamas en hoe het was als kind onder het regime van Hamas op te groeien.

Weer terug naar 7 oktober. Waar elke groep Hamasstrijders en Gazaanse burgers zijn eigen opdracht had. Een gedeelte ging naar de legerbases waar soldaten in hun pyjama's worden vermoord of ontvoerd. De veilige ruimtes in sommige legerbases zijn betonnen bouwsel met vaak een opening aan beide kanten, om tegen raketten en kogels vanaf de andere kant van het beveiligingshek te beschermen, maar niet tegen terroristen die op de basis rondlopen. Soldaten die in de beveiligde ruimtes schuilden zaten in een open val. Er werden handgranaten en rookbommen naar binnen gegooid en terroristen stapten naar binnen en openden het vuur. Sommige, maar niet alle soldaten waren gewapend en wie geen wapen had, had eigenlijk geen kans. Ook met wapen waren de soldaten vaak niet in staat de golf van geweld te doorstaan. Veel soldaten zijn vermoord of ontvoerd. Of vermoord en daarna ontvoerd. Israel heeft als beleid dat het ook de lijken van Israelische burgers terug wil, om wie er is omgekomen een waardige begrafenis te geven en om de nabestaanden hun geliefd persoon terug te geven en zo iets af te kunnen sluiten. Dit weet Hamas en ontvoert daarom ook lijken. Als ruilmiddel, om druk uit te oefenen en om te manipuleren.

Een gedeelte van de Hamasstrijders en Gazaanse burgers ging naar kiboetsen en steden rondom Gaza. Mensen die ze onderweg daar naartoe tegenkwamen in auto's of op straat lopend, werden neergeschoten. Huizen werden verbrand om de mensen uit hun veilige ruimtes te jagen en om ze daarna op te wachten terwijl ze uit het raam klommen of zich ergens tussen de struiken verstopten. Kinderen worden voor de ogen van hun ouders, broers of zussen vermoord, verkracht en gemarteld, ouders worden voor de ogen van hun kinderen en partners vermoord, verkracht en gemarteld, mensen worden levend verbrand, soms terwijl ze aan elkaar gebonden zijn. Een baby werd in een oven gestopt waar hij levend is gebraden. In een van de filmpjes die door de terroristen zelf is gefilmd, werd een huis van een familie binnengevallen waar eerst de ogen van de vader werden uitgestoken, daarna de borsten van de moeder werden afgesneden en daarna een hand en een voet van de kinderen werden afgehakt. Daarna trokken de terroristen de koelkast open en gingen iets te eten. Mensen van Zaka, de organisatie die verantwoordelijk is voor het ruimen van de lijken, vertellen over wat ze aantroffen, ook Jamal Varaki

Op sommige kiboetsen waren er groepen mensen die een gewapende brigade vormen en die op tijd beseften wat er aan de hand was, dat het niet alleen om raketten ging, maar dat er gewapende terroristen rondom of in de kiboets waren en met de weinige middelen die ze hadden, de strijd aangingen en zo levens hebben gered. Als een soort laatste beschermingslijn tussen terroristen totdat deze bij burgers zonder wapens zouden komen.

Overal en door iedereen werd er geprobeerd hulpdiensten en het leger in te schakelen, Israeli's hebben een diep vertrouwen in de betrouwbaarheid, kracht en het kunnen van het leger. Op die dag dachten veel mensen, terwijl ze zich schuil hielden of aan het vechten waren: nog even en dan komt het leger wel. Maar het leger kwam niet. Hulpdiensten werd gezegd niet het gebied in te gaan omdat de hoeveelheid indringers onvoorstelbaar was en op alles wat rondliep of -reed schoten, met het soort wapens dat ook hulpdiensten zoals politie hier niet tegenop konden. En het leger? Ik snap nog steeds niet waarom het zo lang duurde voor het leger echt zichtbaar en massaal in actie kwam. Overal in het land was het in de ochtend al duidelijk, ook voor wie zich aan de Shabbat rust houdt en geen telefoon gebruikt of nieuws kijkt, de luchtalarmen zorgden hier wel voor, dat er iets extreems aan de hand was en de Shabbat rust mag verbroken worden in geval van levensbedreigende gebeurtenissen. Dat was dit. Omdat er geen reactie of actie kwam op de telefoontjes, appjes of mails naar de officiele instanties, begonnen mensen de verslaggevers op het nieuws om hulp te vragen. In uitzendingen waren er live telefoongesprekken met mensen die in de veilige ruimte zaten en fluisterend vertelden dat er mensen in of rond hun huis rondliepen, Arabisch pratend, schietend, schreeuwend, dat er brand was in huis en of er alsjeblieft hulp ingeschakeld kon worden.

De laatste groep Hamasstrijders en Gazaanse burgers ging naar het muziekfestival Nova, vlakbij kiboets Re'im. Een jaarlijks muziekfestival dat begon op vrijdagavond en in de vroege ochtend, terwijl de meeste mensen nog aan het dansen waren, begonnen de regen van raketten boven het festivalterrein. Op filmpjes van festivalbezoekers zie je rook in de lucht van de raketten en ook een paramotor. Sommige mensen denken dat de knallen bij het festival horen, maar al snel gaat de muziek uit en wordt iedereen verzocht te schuilen. Een aantal mensen blijft en denkt, dit gaat zo wel weer over en een gedeelte gaat richting de auto om naar huis te gaan. Dan begint het schieten, eerst nog in de verte, maar al snel komt het dichterbij. Op het moment dat zelfs de politie die het festival bewaakt, vlucht en zegt dat iedereen moet rennen voor zijn leven, is het voor de mensen die dit hoorden, duidelijk dat het een zaak van leven of dood was. Er zijn duizenden bezoekers bij het festival en op de smalle toegangsweg naar het festival ontstaat vrij snel een file. Door het schieten beginnen mensen in paniek te raken en weten niet of ze in de auto moeten wachten, door de velden moeten rijden of uit de auto te stappen en weg te rennen. De terroristen komen van verschillende kanten aanrijden in pick-up trucks volgeladen met wapens en ammunitie en een aantal komen met paramotors. Een gedeelte komt de wegrijdende festivalgangers tegemoet rijden en worden vermoord. Ze dachten dat ze op weg naar veiligheid waren, weg van de raketaanvallen en het schieten, maar rijden recht in een val. De terroristen vermoorden iedereen, checken of mensen dood zijn of dat ze alsof doen, niemand die in de auto zit op de weg naar het festival en niet rennende heeft geprobeerd te vluchten, overleeft de moordende, verkrachtende, verminkende en ontvoerende golf. De mensen die te voet vluchten, rennen door de open velden en proberen te schuilen in greppels, in de bosjes, alles wat maar iets van dekking geeft, om de regen van kogels die aan alle kanten voorbij schieten, te ontkomen. Sommige mensen rennen richting de kiboetsen in de buurt met het idee dat ze daar veilig zullen zijn. Niet wetende dat ze ook daar in de fuik van de slachtpartijen lopen. Ook op het festivalterrein zelf, waar mensen schuilen onder het podium, in de chemische toiletten, in tenten, caravans, in vuilniscontainers of alles wat maar een soort van veilige schuilplaats lijkt, komt diezelfde golf aan. Van Hamasstrijders en Gazaanse burgers die vermoorden, verkrachten, ook nadat het slachtoffer is vermoord, ledematen afhakken en mensen verbranden. Een meisje wordt door verschillenden mannen verkracht, van de een naaar de ander gegooid, terwijl haar vriend toe moet kijken. Als een van hun een geluid maakt gaan ze eraan, wordt er geschreeuwd. Alles wordt gefilmd met de telefoon van het meisje en naar haar familie gestuurd. Het meisje wordt aan het eind vermoord. Er zijn verhalen van overlevenden die uren in een schuilplek hebben gezeten en alles wat er om hen heen gebeurde, hebben gehoord, gezien, geroken en gevoeld. Ze vragen zich af hoe ze dit in godsnaam hebben overleefd en waarom zij niet zijn ontdekt en vermoord. 

Ouders, familie, vrienden zoeken in alle ziekenhuizen naar hun geliefden, of proberen zo dicht mogelijk bij het festivalterrein in de buurt te komen om iets, wat dan ook te horen of zien. Sommige mensen stappen in de auto en rijden richting het festivalterrein, om te redden wie er te redden valt, met gevaar voor eigen leven. Een man is 15 keer heen en weer gereden van de omgeving van het festival naar een veilige schuilplaats in de buurt. Elke keer met een auto vol festivalgangers die schuilden of op de vlucht waren. Veel mensen durven niet uit hun schuilplek te komen, omdat sommige Gazanen als Israelische soldaten zijn verkleed of door in Hebreeuws te spreken proberen mensen uit hun schuilplaats te lokken.

Vijf vrienden van mijn dochter en haar vriend zijn ook op het festival, ze zouden met de hele vriendengroep van 12 man gaan, maar niet iedereen wilde uiteindelijk. Mijn dochter en haar vriend gelukkig ook niet. Ze laat mij de appjes zien in de vriendengroep, waarin heen en weer wordt geschreven over wie er meegaat naar het festival. Het laatste berichtje is van mijn dochter: "Is iedereen oke?" Het wordt duidelijk dat 5 van de groep met z'n allen naar het festival zijn gereden. Mijn dochter is in alle filmpjes die er vrijkomen op zoek naar de Jeep van 1 van de vriendinnen, want daar zijn ze vast mee gereden en daar kunnen ze ongetwijfeld mee ontsnappen, want die kan over alle rijden en dan voel je nog steeds niets, zegt ze. De hele tijd is ze in contact met vrienden uit het groepje om er achter te komen of er nieuws is, er worden lijsten gepubliceerd met namen van overlevenden en wie er overleden is, gebaseerd op verhalen van festivalgangers die het gelukt is levend terug te komen. Ze zoekt naar een teken van leven, dood, of wat dan ook, alles wat maar een einde aan het niet weten maakt. Ze kijkt filmpjes waarvan ik liever niet wil dat ze ze ziet, maar ze zoekt naar een glimp van een van hun of van de auto. Na vijf dagen belt een vriendin om te zeggen dat 2 vrienden zijn geidentificeerd als vermoord. Een paar uur later wordt duidelijk dat ook een derde vriend is geidentificeerd als vermoord. De volgende dag worden ze begraven. Twee vrienden, een stel, worden samen begraven. Volgens beide families was dat de makkelijkste beslissing in het hele proces. Ik rijd mijn dochter naar een van haar vriendinnen en samen rijden ze naar de begrafenissen, waar ze ook spreken. Drie van de vrienden die op het festival waren, zijn gedeelte van de legergroep van de vriend van mijn dochter. De legergroep is de ochtend na 7 oktober gerecruteerd, net zoals de meeste soldaten tot 40 jaar die hun diensttijd er al op hebben zitten, maar nog steeds oproepbaar zijn in tijden van oorlog. Omdat ze gerecruteerd zijn, kunnen ze niet naar de begrafenissen. Ze hebben in de ochtend een stukje geschreven en gestuurd voor elk van de overleden vrienden en hun vrouwen of vriendinnen gaan naar de begrafenissen om dit voor te dragen. Mijn hart breekt voor mijn dochter en haar vriend. Diezelfde avond wordt duidelijk dat ook een vierde vriendin uit het groepje is geidentificeerd als vermoord. De volgende ochtend rijd ik mijn dochter naar de vierde begrafenis in twee dagen. 

Ondertussen wordt er iets meer bekend over wat er met de vrienden op het festival is gebeurd. De vader van 1 van de vermoorde vriendinnen is een bekend zakenman, die een succesvol bedrijf heeft opgericht waar ook veel Palestijnen werken. Hij ziet het samenwerken naar een gemeenschappelijk doel als een manier om het mogelijk te maken samen te leven. Uitgerekend zijn dochter wordt vermoord. Hij gaat met 1 van de oud generaals uit het leger op het moment dat het nog totaal onveilig is om het gebied binnen te gaan, naar het festivalterrein. Hij wil weten wat er met zijn dochter en haar vrienden is gebeurd. Ook hij heeft eerst op allerlei manieren geprobeerd uit te vinden waar ze is, via het localiseren van haar telefoon, tot het via contacten proberen te achterhalen of ze is ontvoerd. Hij weet via het localiseren van de telefoon van zijn dochter de auto te vinden waarin ze zaten op het moment dat ze werden vermoord. Hij vertelt dat de auto van drie kanten is beschoten met verschillende wapens. Op een laatste filmpje die de vijf hebben gemaakt is te zien dat ze met z'n vijven in de auto zitten en weg van het festival rijden. Je ziet zijn dochter lachend op de achterbank zitten, aan de andere kant een vriendin die zichtbaar bang is en haar hoofd op de arm van de vriend die in het midden zit, legt. De vriend die de bestuurder is, zegt dat ze niet bang hoeft te zijn en dat hij ook met deze auto heel snel kan rijden, sneller dan de anderen. Ze gaan er vanuit dat ze richting de veiligheid rijden, in gesprekken en berichtjes die ze naar familie stuurden, vertellen ze dat ze niet bang hoeven te zijn, dat ze rijden en dat er politie voor ze rijdt. Maar ze rijden recht in de val. Het laatste wat je op het filmpje hoort is: "Rechts of links, rechts of links?" Waarschijnlijk om te proberen om van de weg te gaan en te ontsnappen. Nu de auto is gevonden, blijkt ook dat ze niet met de Jeep zijn gekomen, maar met de Nissan Micra van een de vrienden, omdat ze daar met z'n vijven in passen. In de Jeep kun je met vier man zitten met riemen aan. Mijn dochter is er van overtuigd dat als ze met de Jeep waren gekomen, ze nog in leven waren. Over de vijfde vriend blijft het lang onduidelijk wat er is gebeurd en waar hij is. We horen later dat de familie tweemaal is geinformeerd dat hij is gevonden en als vermoord is geidentificeerd, maar tweemal blijkt dit niet het geval te zijn. De eerste keer worden zijn portemonnee en sleutels gevonden naast het  lichaam van zijn vriend en er wordt aangenomen dat hij het is. De tweede keer wordt er op basis van oorbellen in het linkeroor aangenomen dat hij het is. De familie heeft DNA afgegeven, maar er is in dit geval niet gecheckt of het DNA van de lichamen die ze hebben gevonden, hiermee overeenkwam. Gelukkig drong de vader er twee keer op aan om het lichaam te zien en te identificeren, vaak werd gezegd aan de families dat het beter is het lichaam niet te zien omdat het erg verminkt was, anders had de familie iemand anders begraven. Ik vraag me af in hoeveel gevallen dit ook werkelijk gebeurd is. Pas na een paar weken wordt aangegeven dat de vijfde vriend is gekidnapt naar Gaza

In de nacht komen mijn dochter en haar vriend bij mij. Ik wilde dat mijn dochter bij mij zou zijn nu haar vriend opgeroepen was. En sowieso, ik wilde mijn twee kinderen bij mij hebben. Ook al is de gedachte om naar buiten te gaan en in de auto te rijden angstaanjagend, want wie weet wat je onderweg tegenkomt. Ze vertellen dat er bijna geen auto op de weg was en dat wie er reed, allemaal vrij langzaam in dezelfde baan reed. Elke auto die aan de kant staat, wordt met argwaan voorbij gereden, in 1 klap is iedereen een potentiele mordenaar geworden. Ze rijden eerst naar de ouders van haar vriend, die in een buurt in Jeruzalem wonen, waar rondom ook veel Palestijnen wonen en niet een van de aangenaamste buurten is. Ik was echt bang dat ze naar het hol van de leeuw reden, maar ik kon niet verwachten dat hij niet zijn ouders zou bezoeken voordat naar het zuiden zou rijden om het leger weer in te gaan. Gelukkig ging het allemaal goed en komen ze veilig en heel bij mij aan. We zijn blij om bij elkaar te zijn, maar ook doodsbang, voor wat er komen gaat en omdat we morgen afscheid moeten nemen van de vriend van mijn dochter. Ze slapen die nacht samen in mijn bed, ik op de bank. Alles voelt als afscheid en een laatste keer. Maar dat kan ik niet laten merken en ik kan het niet zeggen. Ik vertel aan de vriend van mijn dochter dat ik trots op hem ben en dat zijn legergroep sterk is en dat ze dit gaan winnen en dat ik dankbaar ben dat ze ons beschermen met gevaar voor hun eigen leven. In de ochtend komt een van zijn vrienden in het leger en samen rijden ze naar het zuiden, naar een legerbasis dichtbij Gaza, waar niemand weet of het uberhaupt veilig is om daar met je auto zonder wapen, want die is op de basis, naartoe te rijden. Maar ze gaan, want het land en haar burgers moeten beschermd worden. Doodsbang waren ze, waren we allemaal op die ochtend, maar we geven elkaar een knuffel en nemen afscheid, weer met de woorden dat we trots zijn en dankbaar en dat we van ze houden. Ik dacht echt dat dit de laatste keer was dat we hem zagen en deze angst zat weken in mijn lijf, het maakte ademen moeilijk soms.

maandag 9 januari 2012

Nog een Jaar...

Vanaf het moment dat we in Israel kwamen wonen, moet ik elk jaar, samen met Ben, bij het Israelische Ministerie van Binnenlandse Zaken langs om mijn verblijfsvergunning te verlengen. Omdat ik niet Joods ben, mag ik in Israel wonen en werken omdat Ben Israeli is. Dit verandert na 4 jaar, wanneer ik kan kiezen voor de Israelische nationaliteit.

Elk jaar, zo'n twee maanden voor mijn verblijsfvergunning verloopt, verzamelen Ben en ik documenten zoals salarisstroken, bewijs van inschrijving van Jarden en Boaz bij hun school en creche, rekeningen, huurcontract van ons huis, foto's en een "aanbevelingsbrief" van een familielid, waar om wordt gevraagd als bewijs dat ik in Israel woon en werk en ik samenleef met Ben.

De foto's en de brief blijven de leukste onderdelen. Omdat ik altijd degene ben die foto's maakt, is een foto van ons 4-en zeldzaam. Door het jaar heen op familiefeestjes, waar de fotocamera's te voorschijn komen, gaat bij ons altijd als automatisch een alarmbel rinkelen: "We moeten op de foto als gelukkig gezin!" Boaz wordt uit zijn spel geplukt en Jarden vanachter haar bord met eten - zo, dat is ook weer geregeld voor dit jaar.

En dan de brief. Mijn schoonzus was dit jaar zo lief om een brief te schrijven, waarin eigenlijk elk jaar hetzelfde wordt geschreven, maar dan net iets anders: wie ben ik en wat doe ik hier? We zijn er nu in getraind om de juiste balans te vinden tussen de waarheid en de hemel in prijzen...

Met het hele pakket documenten gaan Ben en ik samen naar de afdeling van het ministerie in het centrum van Jeruzalem. Dat is elke keer een wedstrijd. Voor de afspraak waar je je documenten inlevert kun je alleen bij het ministerie terecht op bepaalde dagen en alleen tussen 8 en 9. Kom je daarbuiten, dan heb je pech. Dan wordt je, soms vriendelijk, soms niet, verzocht om een andere keer terug te komen. No mercy.

Als je om kwart voor 8 aan komt lopen, staat er al een rij op de stoep voor de ingang van het ministerie. Zodra de deuren open gaan, loop je eerst door de detectoren en wordt je tas gecontroleerd (niets nieuws in Israel) en dan probeer je zo snel mogelijk de trappen op bij de juiste afdeling te komen om daar je paspoort of verblijfsvergunning in te leveren. Dat gaat gepaard met je niet door iemand anders in te laten halen op weg naar de afdeling en, daar eenmaal aangekomen, ervoor te zorgen dat iemand anders niet even snel voordringt bij het afgeven van je paspoort. Zodra dat is gelukt, heb je het vervelendste deel achter de rug en kun je rustig gaan zitten en wachten tot je wordt geroepen. De paspoorten worden netjes op een stapel bewaard, op volgorde van het moment van inleveren. Zodra de volgende aan de beurt is, wordt het bovenste paspoort van het stapeltje genomen en wordt de naam van de eigenaar van het paspoort geroepen.

Zodra de stapel documenten met ons is doorgenomen, betalen we het bedrag voor het verlengen van mijn verblijfsvergunning en maken we een afspraak voor Het Verhoor, op een dag vlak voor het verlopen van mijn verblijfsvergunning.

Vandaag was het De Dag Van Het Verhoor. De eerste jaren zaten we zenuwachtig te wachten op onze beurt, waarop eerst Ben aan een vragenvuur wordt onderworpen en daarna ik. Zenuwachtig, omdat we niet wisten wat we moesten verwachten en omdat, ook al hadden we niks te verbergen, het toch altijd voelde of er werd gespeurd naar niet overeenkomende feiten of gebeurtenissen uit onze verhalen. En dan wordt het ineens spannend om op te noemen wie je vrienden zijn, waar je je boodschappen doet en wanneer je de laatste keer iets voor je man hebt gekocht. Want jeetje, ik koop nooit iets voor Ben, maar dat komt natuurlijk erg verdacht over! En in welk jaar zijn we ook alweer getrouwd? Dat is helemaal fout om niet te weten! Ben en ik zijn inmiddels gepokt en gemazeld: we nemen van tevoren al deze cruciale gegevens door en spreken af wat we gaan zeggen.
Het begint slecht: we beginnen een uur later en de afdeling gaat gewoon dicht voor de lunch om 12 uur, ook al hebben we een afspraak om half twaalf en staan we al sinds die tijd te wachten. Maar als we dan uiteindelijk aan de beurt zijn, blijkt het het leukste verhoor te worden dat we ooit hebben gehad sinds we in Israel zijn. Ben blijft ook al zo belachelijk lang weg voor zijn deel van het verhoor. En als hij dan uiteindelijk lachend samen met onze verhoorster uit de verhoorkamer kom, weet ik dat dit een makkie zal worden.

Mijn verhoorster vertelt dat het gesprek met Ben zo leuk en interessant was dat ze niet eens de standaardvragen heeft doorgenomen, laat staan dat ze iets heeft opgeschreven. Normaal wordt alles wat je zegt tijdens een verhoor opgeschreven. Ook ik begin anders dan anders, met het emigratieverhaal van Jardens cavia. Een onderzoek door de dierenarts, een stempel van het hoofd van het Ministerie van Ik Weet Niet Meer Wat en een speciale kooi voor het vervoer in het vliegtuig - alles hadden we geregeld. Zodra we landden op het vliegveld van Tel Aviv, was er geen kip die vroeg naar onze papieren of zelfs ook maar een blik wierp op de kooi of haar inhoud. Zij vertelt meteen dat ze eens zonder problemen een hondje in een schoendoos met gaatjes en een strandtas heeft meegenomen in het vliegtuig. Eigenlijk is dit verhoor als het vertellen van mijn verhaal, zoals ik dit aan een vriend zou vertellen. Ook zij vertelt anekdotes uit haar persoonlijke leven en we lachen om elkaars verhalen. Ik heb nog nooit serieus echt gelachen bij een verhoor.

Aan het eind krijg ik mijn gewilde verblijsvergunning als een sticker in mijn paspoort en als een papiertje in mijn Israelische identiteitsbewijs. Als ik de verhoorkamer uitloop, zeg ik dat ik het oprecht een leuk gesprek vond. Ik kan er weer een jaar tegenaan!

zaterdag 5 november 2011

Een Andere Wereld

Vorige week reden we met z'n vieren in de auto naar een andere wereld. Maar 2 uur bij ons huis vandaan, in Meron, in het noorden van Israel, maar het was niet zozeer de plek, maar de mensen die ervoor zorgden dat ik me op een andere planeet voelde.

We reden naar Meron omdat Aharon, het zoontje van Bens zus, drie jaar is geworden. Bens zus leeft als ultra-orthodoxe vrouw met haar zes kinderen en man in Bnej Brak, het ultra-orthodoxe centrum in de Israelische samenleving. Als je als ultra-orthodox jongetje 3 jaar wordt, worden de peijes geknipt, lange stukken haar die vanaf boven de oren, vaak gekruld, langs de zijkant van het voorhoofd hangen. De rest van het haar wordt kort geschoren. Tot die tijd is het haar niet geknipt en heeft Aharon met net zulke lange lokken als zijn zussen rondgelopen. Het knippen van de peijes is een mijlpaal in het leven van een ultra-orthodox jongetje en wordt uitgebreid gevierd. De zus van Benjamin had haar familie en goede vrienden uitgenodigd voor een weekend in Meron en aan het eind van dat weekend zou Aharon's peijes worden geknipt.

Alle aanwezigen waren ultra-orthodox, wat betekende dat Jarden en ik de kledingkast in moesten duiken op zoek naar onze lange, degelijke rokken en hooggesloten shirts met lange mouwen. Daar hebben we niet veel van, dus dat werd een uur voor ons vertrek koortsachtig op zoek naar combinaties die 1. niet te bloot zijn en 2. tegelijkertijd wel leuk staan. Het kostte wat omkleedsessies en frustraties: "Nou, dan ga ik wel zo. Dan zie ik er maar uit alsof ik in mijn pyjama loop", maar het is gelukt. Want hoewel de mannen van Bens zussen inmiddels wel aan onze levens- en kledingsstijl zijn gewend, deze tolerantie konden we moeilijk van de andere bezoekers verwachten. Let wel, dit is een gemeenschap waar de eetzaal met lakens wordt opgedeeld in 2 afscheiden gedeeltes: een voor vrouwen en een voor mannen, zodat er niet naar elkaar gekeken kan worden. Bij het idee alleen al gaat meteen mijn protestalarm af, maar het is altijd minder erg dan ik denk. Gelukkig zijn de familie en vrienden niet zo conservatief dat de mannen mij niet aankijken - om alle mogelijke kansen van het overslaan van een vonk, of het ontstaan van seksuele gevoelens voor iemand anders dan je vrouw of een al getrouwde vrouw te vermijden. Dat maakt het al een stuk makkelijker. Tot mijn verbazing ging een familievriend zelfs helemaal uit zijn dak van de manier waarop ik Ben een "goet sjabbes" wenste - een groet in het Jiddisj tijdens de Sjabbat (zaterdag). Ik snap nooit zo goed wat nu wel en niet kan en ik zie altijd dat ultra-orthodoxe mannen, ondanks alle strenge regels, net als iedere niet religieuze man op straat zijn, alleen met een andere verpakking.

We kwamen donderdagavond aan, helemaal onszelf in spijkerbroek, en we hadden afgesproken dat we ons om zouden toveren in een ultra-orthodoxe familie, zodra de familie en vrienden van de vader van Aharon zouden komen. Bens familie doet absoluut niet moeilijk over hoe we eruit zien of dat we de Sjabbat regels wel of niet respecteren, maar de andere kant van de familie is hier iets minder tolerant in.

Vrijdagochtend vertrokken Ben en ik naar Tsfat, een stadje 10 minuten verderop, dat de bakermat is geweest van de Kabbalah, de Joodse mystieke leer. Het is een klein stadje, met mooie steegjes en honderden trappen, waar bijzondere gevels, deuren en synagoges te vinden zijn. Een veel bezochte plek is de begraafplaats waar veel mensen die belankrijk zijn voor het Jodendom zijn begraven. De begraafplaats is gebouwd tegen de berg waar bovenopTsfat is gevestigd. De graven van de belangrijkste mensen zijn lichtblauw geverfd en kun je verspreid over de begraafplaats zien liggen. Teruglopend in het stadje vinden we een prachtige, kleine synagoge, met veel kleuren, en hetzelfde lichtblauw dat zo kenmerkend is voor Tsfat.

Eenmaal weer terug op de plek van het feest voor Aharon, transformeren we naar ons ultra-orthodoxe zelf en we beginnen met de voorbereidingen. De eetruimte inrichten en kijken hoe er werd gekookt. En er wordt veel gekookt: 2 maaltijden per dag voor een groep van zo'n 70 man. Familie en vrienden nemen zelfgemaakt eten mee: heerlijke cakes en koekjes staan er klaar voor het ontbijt. Het voelt als een soort schoolreis: de eetzaal met zijn plastic tafels en stoelen (die tegen mijn verwachting in toch erg gezellig werd), de huisjes - waar de eigenaar zich voor zou moeten schamen dat hij er geld voor vraagt - en het buiten zijn met iedereen. De kinderen spelen met elkaar rondom de huisjes en in de eetzaal, we zitten uren op de schommelbank met elkaar te praten en we wandelen door Meron. Vrijdagavond, het begin van de Sjabbat, eten we met elkaar en er wordt zoals gebruikelijk veel gezongen. Inmiddels blijken er in de lakens die ter afscheiding dienen met wasknijpers kleine doorkijkraampjes te zijn gemaakt, zodat er ook nog wat te gluren valt naar de mannen. En het is eigenlijk heel gezellig met alleen maar vrouwen aan tafel.

Aan het eind van het weekend rijden we met alles weer in de auto gepakt de berg op naar de begraafplaats van Rabban Shimon Bar Yochai (Rashbi). Rashbi heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de kabbalah en Lag BeOmer is een feestdag in Israel, vooral bekend om zijn kampvuren, waarop zijn sterfdag wordt geeerd. De begraafplaats is een groot gebouw met pleintjes waar je van bovenaf op kunt kijken. Die avond is het feest: honderden mannen van de rabbijn waar het gezin van Bens zus bij hoort, dansen en zingen op een van de pleintjes. Er zijn die avond vier jongetjes van dezelfde groep waar peijes bij worden geknipt. Op een verhoging staat een tafel en mooi beklede stoel, waar straks de rebbe (rabbijn) op zal zitten om de eerste plukjes haar van de jongetjes af te knippen, als symbolisch startsein. Net als in de eetzaal mogen vrouwen en mannen niet gemengd samen zijn. De mannen dansen aan een kant van de afscheiding met de jongetjes, en omdat het aan de andere kant van de afscheiding natuurlijk hartstikke saai is, daar valt niets te vieren, klimmen alle vrouwen de trappen op om van bovenaf op de feestende mannenmenigte neer te kijken. De jonge jongens dansen wild in een kring om de vaders met hun 3-jarige zoontjes op de nek en de oudere, getrouwde mannen wiegen heen en weer in een grotere langzamer ronddraaiende cirkel.

Ik vond het geweldig. Ik geloof dat ik de hele tijd met een grote lach op mijn gezicht heb staan kijken. Gelukkig had ik Ben als spion tussen de mannen en hij heeft een paar leuke filmpjes gemaakt. Het blijft voor mij bijzonder om Ben te zien tussen de mensen met wie hij is opgegroeid en dat hij precies weet wanneer er wat gaat gebeuren en wat de gebruiken zijn. Zodra de rebbe verschijnt veranderen de dansende mannenkringen in een duwende mensenmassa. Iedereen wil dicht bij de rebbe komen en hem het liefst aanraken. Maar de rebbe heeft "bodyguards" die ervoor zorgen dat hij rustig op zijn stoel kan gaan zitten. De jongetjes worden een voor een op de tafel van de rebbe getild en een man pakt de plukken haar welke de peijes moeten worden bij elkaar. De rebbe knipt een stuk van een pluk van het resterende haar af en het jongetje krijgt zijn tsitsit aan, een soort overhemd met aan elk van de vier onderste punten loshangende draadjes. Vanaf die dag is dit een vast onderdeel van hun kleding, samen met een keppeltje. Aharon vindt het allemaal geweldig en is absoluut niet geintimideerd door de feestende mensenmassa. Dit is zijn feest.

Na het knippen door de rebbe rijden we in het donker naar huis. Met de kinderen in slaap op de achterbank praten Ben en ik nog na over het weekend. Het was echt geweldig. Leuk om zo met de familie bij elkaar te zijn en in een voor mij compleet andere wereld te leven voor 2 dagen. Ik had meer moeite met het omschakelen naar mijn eigen wereld, dan toen ik terugkwam na mijn vakantie in NL...

Aharon in Meron - Oktober 2011




zaterdag 10 september 2011

Moesrara

We hebben onze al enige maanden geleden vervlogen zaterdagtraditie weer opgepakt: Jeruzalem ontdekken. Deze keer neemt de gids ons mee naar Moesrara, een stadsdeel ooit gesticht door welgestelde Christelijke Arabieren, toen aan het eind van de 19e eeuw de eerste mensen zich buiten de stadmuren van de oude stad Jeruzalem verstigden. De huizen zijn prachtig, groot, en er zijn veel tuinen en binnenplaatsjes. Tijdens de Israelische Onafhankelijkheidsoorlog in 1948 werden de Arabische inwoners uit hun huizen verjaagd en lag Moesrara op de grens tussen Jordanie en Israel, gelegen op Israelisch grondgebied. Net als de wijken Mishkenot She'ananim en Yemin Moshe - zie eerder blogbericht - werd Moesrara een soort ghosttown, omdat het dagelijkse beschietingen en aanslagen vanuit Jordanie te verduren kreeg. En net als in Mishkenot She'ananim en Yemin Moshe werden in Moesrara de golven van nieuwe immigranten uit Noord Afrika ondergebracht. Een absoluut onwelkome verwelkoming in je nieuwe thuisland. Pas na de 6-Daagse Oorlog in 1967 toen Oost Jeruzalem door Israel werd veroverd, kwam er een einde aan de dagelijkse beschietingen.

Wat niet wilde zeggen dat de levensomstandigheden van de inwoners van Moesrara, Noord Afrikaanse joden, veel verbeterde. Deze groep werd, ten opzichte van de joden uit Europese landen, gediscrimineerd en woonden met veel mensen in te kleine woonruimtes en kreeg nauwelijks werk. In 1971 werd door een groep jonge Noord Afrikaanse joden uit Moesrara de groep De Zwarte Panters (HaPanterim HaSjchorim) opgericht, die in opstand kwam tegen de omstandigheden waarin Noord Afrikaanse joden leefden in Israel en de manier waarop ze behandeld werden. Deze opstand verspreidde zich door heel Israel en kreeg veel steun van de Israelische media en bevolking.

Nissim Mosek, een Israelische documentairemaker, heeft een indringende documentaire over De Zwarte Panters gemaakt ("Have You Heard of the Black Panthers?"), met veel materiaal gefilmd op het moment dat de protestgroep werd opgericht, met de camera's in het gezicht van de oprichters, tussen de opstanden die hard door de politie werden neergeslagen en in de huizen waar hele families in 1 kamer leefden en zich ervoor schaamden om dit op camera vast te laten leggen. Maar ook hoe het de oprichters daarna is vergaan en wat er is bereikt. De documentaire begint bij ons om de hoek, waar Charlie Biton, een van de oprichters van De Zwarte Panters, woont.

Moesrara is De Zwarte Panters. Overal zie je tegeltjes in de muren met een zwarte panterpoot, kunstwerken met krantenartikelen over De Zwarte Panters en een straat met de naam De Zwarte Pantersweg. Ik moet wel eerlijk zeggen dat ik nu niet meer kan zien dat hier ooit mensen ver onder de armoedegrens leefden, de wijk is nu een van de meest geliefde wijken in Jeruzalem en huisvest veel kunstgalerieen en aan kunst gerelateerde scholen.

maandag 4 juli 2011

Metamorfose

Jarden is een kameleon. In het dagelijks leven kleedt ze zich als elk 9-jarig meisje in Nederland en Israel. Een gedeelte van haar familie in Israel is Chassidisch (Joods ultra-orthodox) en de meisjes daar dragen ook wat elk Chassidisch meisje over de wereld draagt. Tussen beide kledingstijlen ligt alleen wel een wereld van verschil. Jarden heeft zich in de afgelopen jaren aangeleerd hoe ze feilloos tussen beide kledingstijlen kan wisselen.

Even een korte inleiding. De basisscholen in Israel zijn in juli en augustus gesloten en dat betekent dat veel ouders hun kinderen naar zomerkamp sturen. Jarden gaat naar een sportzomerkamp bij de universiteit, maar pas vanaf eind juli. Tot die tijd is het je creativiteit gebruiken om je kind een leuke vakantie te geven en zelf ook nog te blijven werken. Jarden was al een dagje met mij mee naar mijn werk (eindelijk zonder commentaar en zelfs met toestemming van moeders de hele dag spelletjes spelen en filmpjes kijken op de computer) en vandaag wilde ze alleen thuis blijven. Was ik nog bang dat ze de hele dag op de bank televisie zou liggen kijken, tegen 9 uur belt ze me op om te zeggen dat haar vriendin al bij haar thuis is afgezet en dat ze samen zullen spelen de hele dag. In de loop van de middag belt ze op om te melden dat ze nu naar het huis van haar vriendin lopen om verder te spelen. Geweldig, negen jaar en zelf al van alles kunnen regelen.

In de middag krijg ik een telefoontje van Roechama, mijn Chassidische schoonzus, om te vragen of Jarden bij hun komt. Morgen gaan ze naar een pretpark en ze willen ook graag dat Jarden meegaat. Roechama woont, zoals het een echte Chassied betaamt, met man en 6 kinderen in Bnej Barak - een compleet Chassidische stad in het centrum van Israel. Hier gaan op vrijdagavond de hekken op straat om verkeer van buitenaf buiten te houden om zo de sjabbatregel 'geen autorijden' te eren. In Bnej Barak loopt iedereen: jongens en meisjes, mannen en vrouwen, met de armen, benen en voeten bedekt en kun je aan de, voor de leek minieme, verschillen zien bij welke rabbijn iemand hoort. Mijn schoonfamilie is helemaal oke met de kleding- en levensstijl van ons gezin en Jarden voelt zich dan ook thuis bij haar tante, oom, neefje en nichtjes in Bnej Barak, ook in haar eigen kleding. Maar zodra ze in Bnej Barak op straat loopt met haar korte broek en t-shirt, voelt ze zich erg bekeken - en dat verbeeldt ze zich niet. Een meisje in een broek en met korte mouwen op slippers, dat is in Bnej Barak net zoiets als een vrouw in een allesbedekkende burka op het strand. Jarden doet daar gelukkig absoluut niet moeilijk over en begrijpt wat haar te doen staat: transformeren. Broekje, t-shirt en slippers uit en jurkje met lange mouwen shirt, lange sokken en schoenen aan. Een absolute metamorfose van buiten, om de blikken van de mensen te voorkomen, maar Jarden blijft lekker Jarden van binnen.

En zo ging ze vandaag dus voor het eerst helemaal alleen met de bus naar Bnej Barak. Bij ons thuis had ze zichzelf al in een Chassidisch meisje omgetoverd en op weg naar de bus voelde ze zich nu juist bekeken omdat ze ineens opviel in onze niet aan geloofsregels onderworpen woonbuurt. Hup, in de bus, tas op schoot, portemonee in de hand, telefoon om de nek en mama, na wat instructies aan de buschauffeur te hebben gegeven, weer op straat. Ze keek niet eens even op toen de bus optrok naar bestemming Bnej Barak. Onderweg hebben we het arme kind natuurlijk veel te vaak gebeld om te vragen of alles goed ging. Of we haar alsjeblieft met rust wilden laten, want we maakten haar gek, was haar boodschap aan ons na 5 telefoontjes. Coordinatie met schoonzus, dat ze op tijd bij de goede halte zou staan, en daar was dan het bevrijdende telefoontje: "ze is bij ons!" Nou, da's weer een mijlpaal in de geschiedenis van 'Jarden wordt groot'. Ze vloog al een paar keer alleen naar Nederland, maar dit was minstens net zo spannend.

Applaus voor onze dochter die dit toch allemaal maar zonder angst doet, elke keer klaar voor een nieuwe stap naar haar onafhankelijkheid!

Foto: Jarden is klaar voor Bnej Barak!

zaterdag 25 juni 2011

Op Stap Met Daan

Heb er lang naar uitgekeken en begin juni was het dan eindelijk zo ver: vriendin Daan kwam naar Israel! Dat betekende een weekend lang op stap door Israel en spontaan afspreken in een Jeruzalems cafe met mijn vriendin uit NL om bij te kletsen. En dat laatste doe ik nou echt nooit in Israel, zeker niet in de stad die ik nog steeds als te zwaar en te religieus beschouw en waar een druk werk- en gezinsleven mij hiervan weerhouden.

Van tevoren een beetje uitgezocht waar ik een vriendin, die Israel goed kent en als studente alle uithoeken van het land al heeft bezocht, mee naartoe kan nemen. Donderdag na mijn werk met Jar en Bo naar het vliegveld, waar we als inmiddels goed ingeburgerde Israeli's te laat aankomen en Daan al braaf op ons staat te wachten. Wat geweldig om dan ineens in een inmiddels vertrouwde aankomsthal je vriendin te zien staan, net alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. En wat heerlijk, iemand die niet hoeft moet wennen aan de droge omgeving en de ineens opdoemende groene bergen van Jeruzalem en al helemaal geen vertaalhulp nodig heeft (maar waar ik lekker aan kan vragen hoe je iets zegt).

Na een herintroductie met alle gezinsleden - Daan heeft Jarden en Boaz al zeker 3 jaar niet meer gezien - en een rondje door de buurt, vertrekken we de volgende dag richting het meer van Tiberias. Een lange tocht voornamelijk door de woestijn langs de grens met Jordanie, die uiteindelijk bij de groene wildernis aan de oevers van de Jordaanrivier eindigt. De roadtrip is geweldig. We hebben uren de tijd om weer eens goed bij te praten en het wel en wee uit ons leven van de afgelopen paar maanden te kunnen bespreken. Bij een checkpoint vlakbij Bet She'an wordt onze auto, voor het eerst sinds ik in Israel woon, uit de rij gepikt. Of we aan de kant willen gaan staan en al onze spullen uit de auto willen halen en door de detector willen schuiven. Ik verklaar aan de aardige controleur dat dit de eerste keer is sinds ik hier woon dat ik wordt aangehouden en dat mijn auto binnenste buiten wordt gekeerd. Nou zien Daan en ik er natuurlijk absoluut on-Israelisch uit en zit er normaal gesproken een op en top-Israelisch uitziende man naast mij in de auto, dus dat zal de reden wel zijn. Ik heb er maar niet te veel naar gevraagd, want al sinds de eerste vlucht naar Israel heeft Ben mij op het hart gedrukt dat je niet in discussie gaat tijdens een check en zeker geen bijdehandte grappen maakt. En daar stonden we dan, tussen de Palestijnse weggebruikers die ook werden gesommeerd aan de kant te gaan staan. De hele auto werd grondig geinspecteerd: motorkap open, herdershond met zijn neus erin. De fles met ruitenvloeistof werd gecontroleerd en onze identitetsbewijzen werden met wattenstaafjes afgenomen op zoek naar sporen van het een of ander. Daan begon al beleefd doch dringend te vragen of het niet wat sneller kon, waarop mijn "NEE, dat mag je niet vragen!"-meter meteen uitsloeg. Gelukkig konden wij na een kwartier al onze spullen weer inpakken, samen met een paar van onze medewachters, en onze reis hervatten. Echt een bizarre ervaring.

Langs het meer van Tiberias reden we verder omhoog richting Gadot, waar we reddingsvesten en peddels uitzochten en in een kano stapten om een stuk de Jordaanrivier af te varen. Wat een goed idee: de groene metershoge begroeiing op de oevers en het koele water waren precies wat we nodig hadden op deze bloedhete dag. Vlak voor het eind van de route kwamen we terecht in een opstopping bij een waterversnelling, waardoor onze boot volliep met water. Dit had gelukkig geen desastreuze gevolgen omdat - waarschijnlijk na jarenlange ervaring met toeristen die ongetwijfeld vaker in dit soort penibele situaties terechtkomen - het water net zo hard weer uit de bodem van de boot liep.

Na de kanotocht heerlijk onze buikjes rond gegeten om daarna onze tocht voort te zetten richting de Golan, op zoek naar een natuurpark aan de Jordaan waar we konden gaan zwemmen. Onze dappere pogingen om via zandweggetjes de plek die zo duidelijk op de kaart stond aangegeven maar in werkelijkheid niet bereikbaar leek te zijn, hebben we maar snel gestaakt, omdat we twee schijtmuizen zijn, die overal moordenaars in de struiken zagen zitten, die het op 2 toeristen voorzien zouden hebben. Niet zo vreemd, omdat de Golanhoogte de laatste tijd niet het veiligste gebied is en er overal bordjes met "watch out: mines!" door het Israelische leger geplaatst waren. Toen we uiteindelijk de goede instructies hadden gekregen en bij het natuurpark aankwamen, was het park net gesloten! In Israel geldt de regel dat je het toch probeert als er 'kan niet' staat en dat was dan ook onze aanpak. Auto aan de kant en lopend het park in, waar we al snel staande werden gehouden door een parkwachter, die ons vriendelijk maar resoluut het park weer uitstuurde en ons naar het lokale zwembad verwees. Met chloor. Dat is nou een vertegenwoordiger van de natuurreservaten in Israel!

We moesten en zouden het water van de Jordaan in om te zwemmen, dus dan maar naar Park HaJarden - Jarden betekent Jordaan in het Hebreeuws - wat een erg geslaagde tweede optie bleek te zijn. We beginnen met een bezoekje aan de archaeologische site Bet Tsaida, de plek waar Jezus brood en vis uitdeelde, met een geweldig uitzicht over het meer van Tiberias. Van Daan leer ik dat de Hebreeuwse naam voor het meer - Kinerret - viool betekent, omdat het meer deze vorm zou hebben. Ik zie het niet.

Daarna gaan we onze welverdiende afkoeling opzoeken in een wild stromende Jordaanrivier. Heerlijk. We lopen onder poorten van huizenhoge bamboe, zien zoetwaterkrabbetjes en overal zijn mooie doorkijkjes tussen het weelderige groen op de Jordaan. We vinden een rustig gedeelte waar we de rivier in kunnen, mits we ons wel vasthouden aan de stenen op de bodem, zodat we niet mee worden gesleurd in de stroomversnelling. Er is ook geen kip meer te bekennen, dus het voelt als een eigen ontdekt paradijs.

Als afsluiting van deze geweldige dag rijden we naar Rosj Pina, een pitoresque dorpje met geweldige restaurants, met bovenaan het lijstje Shokolata, het restaurant waar alle gerechten met chocola zijn bereid. Het restaurant is volgeboekt en eigenlijk laat onze portemonee voor vandaag geen duur diner toe. Daan neemt genoegen met een stokbroodje schnitzel bij het lokale tankstation en ik neem genoegen met niks. Het is inmiddels donker en terwijl Daan op de achterbank probeert wat slaap te pakken, rijden we via de snelle route terug naar huis. Ik doe er 3 uur over, 1 uur minder dan de heenweg.

Zaterdag is het tijd voor de Dode Zee. Weer door de prachtige woestijn langs Bedoeinendorpjes en borden die aangeven dat we ons steeds verder onder zeeniveau begeven. We beginnen bij Qumran, waar in een grot de Dode Zee-rollen zijn gevonden, een grote collectie handgeschreven teksten uit het Oude Testament, die rond het jaar nul door de sekte van de Essenen op leer zijn geschreven. De rollen zijn in stenen kruiken verstopt in een grot bij Qumran en rond 1946 ontdekt door een Boedoeinse herder toen hij op zoek was naar zijn schaap.

Vanaf Qumran leidt een wandelpad de woestijn in en we besluiten een stuk van de route te volgen. Als het regent in de winter komt het water met enorme stromen van de bergen af donderen. Elk jaar overlijdt er wel iemand, omdat hij met het water is meegesleurd terwijl hij het aankomende water stond te filmen of omdat hij tegen de waarschuwingen in toch met zijn auto de ontstane stroom inrijdt, want "het lijkt maar zo ondiep". Nu is het natuurlijk kurkdroog, maar we vinden tijdens onze wandeling nog een paar overgebleven poeltjes tussen de rotsen. De hitte is niet te harden en na een half uur keren we met rode koppen weer terug naar Qumran. Hoog tijd voor wat verkoeling en we vertrekken naar Einot Tsoekim, een natuurpark met zoetwaterbronnen waar natuurlijke zwembaden van zijn gemaakt. We vleien onze handdoekjes neer in de schaduw van de bomen en poedelen wat in het water. Absoluut ontspannen.

Ook al woon ik hier al drie jaar en is de Dode Zee maar een half uurtje rijden van mijn huis vandaan, ik ben er nog nooit in geweest. Daar wilde ik verandering in brengen die dag, maar na het zien van de belachelijke prijs bij een van de betaalde stranden, zijn we lachend weer omgedraaid. No way. Ik rijd de volgende keer nog wel een half uurtje door en dan kan ik gratis de zee in. Dan duurt het nog maar drie jaar. Ik heb geen haast. Altijd leuk in Israel: met je vrouwelijke charmes bereik je tenminste nog wat bij de mannen en we mogen deze dag overal gratis in (behalve het Dode Zee strand dan - niet eens geprobeerd), ook al mag ik op mijn jaarkaart geen gasten meenemen.

Daan heeft al twee dagen zachtjes maar zeker op me ingepraat dat we ook wel wat dieper de bezette gebieden in kunnen rijden, de stillere weggetjes op en van de snelweg af. Ik vind dat eng, want zoals ik al eerder schreef ben ik door de media zo beinvloed dat ik achter elke rost of boom een potentiele kwaaddoener zie. Maar daar gaan we dan. Richting Wadi Qelt. Eerst nog huiverig, maar door de enorme natuurschoonheid die we gepresenteerd krijgen als we dieper de woestijn indrijden, is er geen ontkomen aan: we moeten de auto uit en kijken. Een stroompje door de uitgestrekte droogte; hoge woestijnbergen zover het oog rijkt; gazelles die de weg oversteken en daar is dan ook ineens St. George: een in de woestijnbergen gebouwd Grieks Orthodox klooster met turquoise daken. We klimmen een berg op en worden bijna door de woestijnwind weggeblazen, maar wat is het uitzicht adembenemend. We zien bedoeinendorpjes waar vlakbij de herders hun schapen en geiten in de bergen laten grazen. Het klooster is op haast onmogelijke wijze tegen de rotsen aangebouwd en is erg moeilijk bereikbaar. We rijden helemaal tot het eind van de begaanbare weg, waar we meteen in een toeristenval lopen (ik snap er niks van, want er rijdt bijna geen kip): kleding wordt om onze schouders gedrappeerd en ezels worden ons aangeboden om ons naar het klooster te rijden. Als ik wel ergens een hekel aan heb, dan is het wel aan opdringerige verkopers. Weg van hier. Het mooiste uitzicht hadden we lekker toch al vanaf die verlaten berg.

En dan is het weekend voorbij. Gelukkig blijft Daan nog een week voor een cursus en zo zien we elkaar nog in cafe Tmol Sjilsjom. Daan kent als vroegere student alle leuke cafeetjes in Jeruzalem, terwijl ik dacht dat er niks leuks te beleven viel in de stad die wordt overheerst door orthodoxe Joden (naar mijn idee kan er niks leuks gebeuren op een plek waar mensen wonen die de gedachte aanhangig zijn dat alles wat niet tot over de elleboog en de knie is bedekt, onzedig is). Maar Daan heeft mijn ogen geopend en nu zie ik ineens wel de leuke plekken in de stad. Opeens zie ik overal kleine barretjes, met normale muziek, die me nieuwsgierig maken naar binnen te gaan om te kijken wat er gebeurt in zo'n buurtkroeg.

Tmol Sjilsjom dus, een leuk cafeetje met volle boekenkasten, heerlijke gerechten op de kaart, papieren onderleggers met teksten van Bob Dylan (die laatst nog een zwaar afgekraakt concert gaf in Israel) en een van mijn lievelingsdrankjes: sachlav, ook wel de warme chocolademelk van het Midden-Oosten genoemd. Daan en ik genieten van onze drankjes, van het feit dat we samen in deze voor ons beide bijzondere stad af kunnen spreken om spontaan een drankje te drinken en van de constatering dat we als we samen zijn nog steeds in staat zijn de ober in verwarring te brengen met onze stommen grappen.

We sluiten ons samenzijn af met een bezoekje aan het strand van het door mij geliefde Risjon LeTsion, samen met neef Nathan en kinderen. Roodbruin verbrand rijden we daarna naar de boulevard op de plek waar Yaffo overgaat in Tel Aviv, waar we net doen of we elkaar volgende week weer zien, omdat we geen afscheid willen nemen. Daar gaat ze dan: backpack op haar rug, zich verheugend op een terrasje in Tel Aviv, waar ze in haar eentje een boek kan lezen. Het was geweldig om dit land samen te delen en ik kijk nu alweer uit naar Daans volgende bezoek.

zaterdag 14 mei 2011

Lol in de Dierentuin



Ben: Kom Boaz, we gaan plassen!
Boaz: Oke!
Ben: Kijk maar naar de plaatjes. Naar welk toilet moeten wij?
Boaz: Daar, naar die!
Ben: Ja! Weet je ook waarom?
Boaz: Ehhh... (wijzend naar het bordje voor het vrouwentoilet) Omdat die maar één been heeft.