zondag 13 februari 2011

De Eerste Wijk Buiten de Oude Stad

Na een paar dagen met regen was het vandaag mooi weer: tijd om onze kelder uit te komen en de wereld in te trekken. De wereld hoeft niet ver weg te zijn, deze keer was het gewoon om de hoek: Jeruzalem. En ik moet eerlijk zeggen, Jeruzalem is als een andere, nieuwe wereld voor mij. Ik weet ongeveer de weg in de stad, maar gewoon wandelen en leren over de rijke historie van de stad, had ik nog niet eerder gedaan.

Zaterdag maakten we een wandeling met een gids in de eerste wijk die buiten de stadsmuren van Jeruzalem werd gebouwd. De gids begon zijn verhaal met de mededeling dat pas rond 1850 de eerste mensen zich buiten de stadsmuren van Jeruzalem konden en durfden te vestigen. De plek waar wij onze wandeling begonnen, was niemandsland tot die tijd. Bijna niet te geloven: zo'n lange historie en dan pas in de tweede helft van de 19e eeuw eindelijk eens uitbreiden. De Ottomaanse Turken, die in die tijd het gebied in handen hadden, lieten rond 1850 de verkoop van stukken grond buiten de oude stad toe.

Moses Montefiore, een rijke Engelse Joodse man, trok zich het lot van zijn Joode medemens binnen de overbevolkte stadsmuren aan en besloot een onderkomen voor Torah studenten en hun families buiten de muren te bouwen: Mishkenot She'ananim. Een lang gebouw met appartementen, genummerd met het Alef-Bet. In het begin durfde bijna niemand in het complex te slapen; men ging aan het eind van de dag weer terug binnen de stadsmuren om daar te slapen. Montefiore liet een molen bouwen zodat de Joodse mensen in hun eigen onderhoud konden voorzien. De gids vertelde dat de molen nooit goed heeft gewerkt omdat het op een ongunstige plek was gebouwd wat de wind betreft. De witte molen is nog steeds een markant punt in Jeruzalem.

We lopen verder en gaan Yemin Moshe binnen, een aangrenzende wijk met de mooiste huizen en prachtigste steegjes in de stad. Het wijkje is opgedeeld in verschillende niveaus en had zo een idillisch dorpje in Italie kunnen zijn. Ik heb meteen al een huis uitgezocht waar ik wil wonen. Wat nu een enorm dure en gewilde (kunstenaars)wijk is, begon met een soort tentenkamp, omdat mensen beweerden dat Montefiore dit land voor hun gereserveerd had. De gids vertelt dat de plek ook wel Gapland werd genoemd: gewoon pakken wat je pakken kunt en roepen dat het van jou is. Het Britse leger moest eraan te pas komen om het "krakerskamp" op te breken. Daarna werden er huizen gebouwd voor de armen, opgedeeld in een Ashkenasisch (Oost-Europese Joden) en Sefardisch (Spaanse en Portugese Joden) deel.

Rond 1920 verlieten veel mensen de wijk omdat het steeds vaker doelwit werd van aanvallen door Arabieren. Na de onafhanlijkheidsoorlog werd de stadsmuur van de oude stad Jeruzalem de grens tussen Jordanie en Israel en werd Yemin Moshe een doelwit voor beschietingen. De huizen in de verlaten wijk werden aan Turks-Joodse immigranten aangeboden; leuke ontvangst in je nieuwe thuisland...

We lopen terug via Kfar David: een complex voor de rijksten der rijksten met uitzicht op de oude stad. De appartementen worden slechts een gedeelte van het jaar bewoond en we zien kroonluchters en prachtige handgesneden houten meubels door een paar ramen. Een pied-a-terre voor wie met de Joodse feestdagen even dichtbij de heilige plekken wil zijn. Onze wandeling eindigt bij Mamilla, een van de mooiste winkelcentra in het land. We nemen afscheid naast een pand waar Hertzl een ontmoeting had met Willem II. Op elke steen van het huis staan nummers en letters. Tijdens het bouwen van het winkelcentrum werd het pand eerst afgebroken en daarna weer opnieuw op de oorspronkelijke plaats opgebouwd. Op elke steen werd aangegeven waar het zou moeten komen te liggen: steen 14, rij 12, links van het raam, enz. Jarden noemt het het wiskunde huis: elke steen lijkt een som.