vrijdag 25 maart 2011

Bomaanslag

En toen kwam het ineens wel heel erg dichtbij. Woensdagmiddag op weg met de auto van mijn werk naar huis hoorde ik op de radio dat er een bom was ontploft bij een van de bushaltes vlakbij het busstation in Jeruzalem. Daar staan ook Benjamin en ik weleens te wachten als we de bus terug naar huis nemen. Overal sirenes en constant nieuwsberichten over het hoe en wat. Er wordt al snel bekend gemaakt dat een persoon, een 59 jarige toeriste, is omgekomen en dat er 21 gewonden zijn.

Wij gaan die avond op weg naar een bat mitswa feestje (als een Joods meisje 12 wordt) van familie. Zo gaat het in Israel: tenzij je persoonlijk betrokken bent bij een aanslag, gaat het leven gewoon verder, maar wel met de radio en tv aan om het laatste nieuws te volgen. Het klinkt bijna onmenselijk en niet betrokken, maar het is bijna ook een soort van overlevingsmechanisme en een manier om te laten zien aan de terrorist die dit op zijn geweten heeft, dat je je dagelijkse leven niet laat ontwrichten.

De volgende ochtend in de auto op weg naar mijn werk, hoor ik het telefoongesprek van de eigenaar van een kiosk naast de bushalte waar de bomtas stond (heel toepasselijk: zijn kiosk heet "een knaller van een kiosk") met de politie. De man geeft door dat er in de bushalte een verdachte tas staat die van niemand lijkt te zijn. Op hetzelfde moment hoor je de tas tot ontploffing komen met meteen daarna geschreeuw van mensen. Ik kreeg kippenvel. Ik ken de plek waar de bom ontplofte goed, maar omdat ik niet met eigen ogen heb gezien wat er gebeurde, besef ik het niet helemaal. Maar met het horen van de ontploffing en het plaatje van de locatie in mijn hoofd wordt het ineens erg realistisch.

Op mijn werk aangekomen krijg ik na een half uur een telefoontje van de coordinator van een programma welke is ondergebracht bij mijn afdeling. Ik kom meteen terzake, zegt ze, de persoon die gister is omgekomen bij de bomaanslag is voor 99 procent zeker een studente van ons. Ze noemt haar naam: Mary Gardner, en meteen verschijnt het gezicht van de vrouw in mijn gedachten. Een kleine, iele vrouw, met lang bruin/grijs haar in een paardestaart en wat haargroei in haar gezicht. Een lieve, beleefde en bescheiden vrouw van bijna 60 die samen met 7 medestudenten een programma voor bijbelvertalers volgt. De groep studenten en ook de coordinatoren zijn een half jaar lang als een familie voor elkaar: ze wonen in hetzelfde huis, toevallig in Mevasseret Zion, en volgen elke dag samen lessen. De coordinator zegt dat ze op politiebureau zijn om de identiteit van de vrouw vast te stellen. Er moet meteen actie ondernomen worden en ik bel mijn baas en het hoofd van de school.

Ik ben op dat moment op mijn andere werk, maar kan er onmogelijk blijven, niet met mijn gedachten en niet fysiek. Ik pak mijn spullen en ga naar de school, meteen naar het management, waar het dossier van de studente al op het bureau ligt. Allemaal praktische dingen moeten geregeld worden: welke vakken volgde ze, was ze verzekerd via de universiteit? De leraren en medestudenten in haar Ivriet klas moeten op de hoogte worden gebracht. Een aantal medestudenten beginnen te huilen na het horen van het slechte nieuws.

En langzaam dringt tot me door dat dit natuurlijk ontzettend slechte publiciteit is voor de universiteit: studenten en soms zelfs nog meer hun ouders worden ongerust en willen het liefst weg van de plek des onheils. Zo ook de ouders van een studente die aankwam op de dag van de aanslag: zij is alweer op weg naar huis omdat haar ouders het niet verantwoord vonden dat hun dochter in Israel zou blijven. Jammer, omdat Israel eigenlijk erg veilig is en niet stilligt na een aanslag, maar ook begrijpelijk, omdat het gevaar overal op de loer kan liggen. Ik besef ineens dat al het harde werk om studenten binnen te halen voor onze programma's in een klap teniet kan worden gedaan door deze aanslag. Als het niet veilig is, waarom zou je dan in Israel gaan studeren? Er zijn genoeg andere universiteiten in de wereld met zomerprogramma's.

Aan het eind van mijn werkdag heeft de politie Mary's naam officieel vrijgegeven en kan ook de universiteit haar officiele verklaring presenteren. De zeven overgebleven medestudenten uit Mary's programma komen waarschijnlijk zondag weer naar de universiteit om hun studie te hervatten. Ik zie een beetje op tegen een zware ontmoeting met de groep. Het lijkt me bijna onmogelijk het leven en studie weer gewoon op te pakken als je in zo'n hechte groep woont en studeert.

Een bericht in het Engels naar aanleiding van het overlijden van Mary bij de bomaanslag is te bekijken via deze link.

Geen opmerkingen: